Omnichannel: 5 tips voor een succesvolle transitie

Hoe houd je als fysieke retailer het rendement op peil? Domweg snijden in assortimenten? Winkels sluiten? Of, gelijktijdig een omnichannel strategie omarmen met het aanbieden van een long tail? Het antwoord is driemaal volmondig 'ja'! Dit ook in de praktijk realiseren blijkt lastig voor veel retailers. Het vereist naast een andere mentaliteit ook het afscheid nemen van aloude standaard retailprocessen.

Peter Bocken en Walther Ploos van Amstel van Slimstock geven in E-tailtrends vijf tips voor een succesvolle introductie van omnichannel:

1.    Van omzet per meter naar rendement per artikel / kanaal

De traditionele category manager is op zoek naar het juiste assortiment voor de beschikbare winkelmeters, dat aansluit bij de formule- en presentatie uitgangspunten. Eigenlijk is deze werkwijze per definitie suboptimaal. De product manager van een webshop kijkt minder naar assortimenten en meer naar het individuele artikel. Marges zijn kleiner, waardoor product life cycle management voor hem nog belangrijker is. Om met de webshops te kunnen concurreren zal de category manager ook meer naar het rendement per artikel en per kanaal moeten kijken.

2.    Van jaarlijks naar 24/7 voor alle verkoopkanalen

De traditionele category manager stelt een optimaal assortiment vast en vertaalt dit naar een optimaal schappenplan. De operationele impact van een schapwissel is zo groot dat deze gemiddeld 1 tot 2 maal per jaar mag c.q. kan veranderen. Dit leidt vanaf de eerste dag tot een sub-optimum. De product manager van een webshop bekijkt dagelijks, of soms zelfs van uur tot uur, of een artikel nog rendabel is. Om hiermee te kunnen concurreren zal de category manager veel sneller op basis van gedetailleerde data beslissingen moeten nemen. Dit vereist extra systeemondersteuning en een zwaardere rol voor analisten.

3.    Van “gut feeling” naar “fact based”

Voorraadbeheer en assortimentsmanagement worden meer fact based. De druk op rendement zorgt voor afgeslankte afdelingen. Omni channel retail vereist grotere assortimenten. Minder mensen moeten dus meer, sneller en frequenter beslissingen nemen. Automatische business rules en situational awareness worden belangrijker. Een tweede competentie die retailers moeten ontwikkelen, is het vermogen om waardevolle informatie uit ‘big data’ te halen.

4.    Van aansturing per voorraadpunt naar integrale voorraadaansturing

Veel retailers hebben een gescheiden voorraadverantwoordelijkheid per kanaal. Om de totale supply chain lean in te kunnen richten, dient de voorraad integraal te worden aangestuurd. Dit is complex. Een goede omnichannel aanpak van voorraden vereist een nauwkeurige planning, besturing en transparantie van het logistieke netwerk. Waar zit de voorraad, wat is de actuele vraag en wat wordt de vraag in de komende dagen of zelfs uren? En, nog belangrijker, moeten we de vraag actief gaan bijsturen en welke klanten geven we dan voorrang? Daarnaast is een hoge beschikbaarheid in het online kanaal belangrijker dan in de winkel. Online voorraad moet anders gemanaged worden dan winkelvoorraden. Een extra uitdaging vormt het grote aantal retouren in het online kanaal, waardoor een groot deel van de voorraad bij de consument thuis ligt.

5.    Van “altijd een 7” naar “OTIFNENC”

Binnen veel retailketens wordt het gros van de fouten die op het Hoofdkantoor en het distributiecentrum ontstaan op de winkelvloer opgelost. Elke dag een 7 scoren is daarom ruim voldoende gebleken. Deze score is binnen Ecommerce te laag om rendement te maken. Alles moet gericht worden op het genereren van een perfecte order om het retouren- en klachtenpercentage minimaal te houden. Het credo voor elke bestelling luidt OTIFNENC (On Time In Full No Error No Contact).

Lees het hele artikel van Peter Bocken en Walther Ploos van Amstel hier.

 

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>