Gaat mobiliteit op de bon?

De anderhalvemetersamenleving komt eraan. Treinen, bussen, pontjes, trams en metro’s vervoeren op dit moment nog maar 10 procent van het aantal passagiers van voor de coronacrisis. Onder die omstandigheden lukt het net om anderhalve meter afstand te houden. Maar als de universiteiten weer open gaan, de toeristen weer komen, en als het woon-werkverkeer weer op gang komt, is dat onmogelijk. Het NRC sprak met experts over gevolgen voor de mobiliteit. Pedro Peters, voorzitter van OV-NL, de branchevereniging van de openbaarvervoerbedrijven: "Vóór de coronacrisis waren we in de spits al blij als we tien centimeter van elkaar stonden."

Mobiliteit op rantsoen

We zullen vooral minder gaan reizen, vaker thuis gaan werken en studeren. Mobiliteit gaat op rantsoen, zegt Walther Ploos van Amstel, lector aan de Hogeschool van Amsterdam in NRC. Volgepakte treinen, pontjes en trams en bussen zullen passé blijven. Er gaan stoelen verdwijnen uit bussen en treincoupés, in- en uitstappen gaat veel langer duren. Ploos van Amstel: "We zullen toe moeten naar een systeem van mobiliteitsrechten. Als je chipkaart op een 1 eindigt, mag je op maandag en woensdag met het ov. Bij een 2 op dinsdag en donderdag. Enzovoort".

De anderhalvemetersamenleving luidt het einde in van de spits. We gaan vaker thuis werken, we gaan het werk dat echt nog op locatie moet gebeuren over de dag spreiden, anders organiseren of zelfs verplaatsen naar locaties waar nog wel genoeg ruimte is. Werkgevers die nu nog vaste drie- of vijfploegendiensten hebben zullen naar vierentwintigploegendiensten moeten; elk uur start weer een nieuw ploegje.

In de stad moeten we ruimte maken voor voetgangers, voetgangers en voetgangers. Veel straten moeten autovrij worden en in de woonwijken is de fiets te gast. De maximale snelheid moet terug naar 30 km/uur. Dat geeft ruimte In veel steden wereldwijd gebeurt dat al.
De fiets? Net als de auto staat deze 95 procent van de tijd stil en dan vooral op de stoep. Daar moeten we iets op bedenken. Meer deelfietsen of fietsbezit nationaliseren? Waarom niet. In de drukke binnenstad fietsvrije straten? Natuurlijk! Daarbuiten? Alle ruimte voor de fiets.
De stoep vol terrassen? Dat zou de horeca helpen om meer ademruimte te krijgen. Maar, dat past er nu echt niet meer bij. Je corona-pieper blijft afgaan.

Boeken voor de trein

Er komt een online reserveringssysteem voor het openbaar vervoer, denkt Bert van Wee, hoogleraar transportbeleid aan de TU Delft. "Als je met de trein wil, moet je je van tevoren aanmelden. Als er geen plek is, kun je niet mee. Bij metro’s en bussen, die vaker rijden dan treinen, kun je werken met time slots." Van Wee denkt ook aan voorrang voor ‘prioritaire’ beroepen, zoals verpleegkundigen en leraren.

Eerlijk delen?

Mobiliteit wordt een schaars goed, dan is de vraag: hoe verdeel je die schaarste eerlijk? Ploos van Amstel: "Ik vrees dat mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt straks de minste keuze hebben in mobiliteit, zoals ze nu ook al de minste keuze hebben op de woningmarkt." Wie gaat bepalen wie voorrang krijgt?

De automobilist, alleen in de auto, zit op voldoende afstand van zijn medeweggebruikers. Stapt iedereen dan straks weer in de auto, met alle gevolgen voor het klimaat van dien? Bert van Wee denkt van niet: "Uit onderzoek blijkt dat als je reizen in de spits ontmoedigt, mensen eerder of later met de trein zullen gaan, niet dat ze massaal in de auto stappen."

Overmobiliteit: zoek het in de buurt

De grootste kans op een ander mobiliteitsbeleid ziet Wim Bot, van de Fietserbond, vooral in de huidige hausse aan thuiswerken, met alle digitale hulpmiddelen die er zijn. Vooral vergaderen door videobellen en het onderwijs op afstand nemen een hoge vlucht. Behoud van een deel van het huidige thuiswerken en het vaker videobellen en college geven kan tot een grote verandering in ons verplaatsingsgedrag leiden. Files kunnen verdwijnen en de spitsdruk op het openbaar vervoer neemt sterk af.

Wim Bot: "Vanwege leefbaarheid, gezondheid en milieu is en blijft het anders inrichten van onze steden, met meer ruimte voor voetgangers en fietsers, een topprioriteit.  Tijdens deze crisis herontdekken mensen het belang van sociale contacten en van hun buurt, hun directe leefomgeving. Meer dan ooit moeten we inzetten op een leefomgeving die onze kwaliteit van leven verhoogt, die onze maatschappij socialer en robuuster maakt".

De steden jagen de mensen nu op mooie dagen uit de parken. Andere steden wereldwijd zetten juist in op meer ruimte voor mensen in de stad. Waar blijft het post-corona plan van de Nederlandse steden; autovrije straten voor fietsers, voetgangersgebieden en gedragsverandering. De helft van onze mobiliteit is pretmobiliteit. Kan dat niet een beetje minder?

Lees meer in NRC.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>