Branchegenoten

Branche-organisaties zijn er voor hun leden. Maar willen die leden dat nog wel? Zijn ze echt een motor achter innovatie in hun sector? Na de troonrede tuimelden branche-organisaties over elkaar om hun commentaar te geven. Daarbij zijn ze negen van de tien keer tegen de voorgestelde veranderingen. Is dat wel verstandig?

Walther Ploos van Amstel schrijft erover op Nuzakelijk.nl:

Nederland kent meer dan duizend branche-organisaties. Die branche-organisaties komen op voor de belangen van hun leden. Bedrijven zoeken elkaar op om samen voor hun belangen op te komen. Je kunt het zo gek niet bedenken.

De juweliers, de call centers, de verhuurders van verplaatsbare accomodaties, de pootaardappeltelers, de boterhandelaren en de uitvaartondernemers. Zelfs zelfstandigen zonder personeel organiseren zich tegenwoordig.

 

Lobby

Die branche-organisaties hebben leden, en bestuursleden, die de toon zetten. Op democratische wijze beslissen zij over de prioriteiten in de lobby. Soms roepen die prioriteiten verbazing, of tenminste een glimlach, op.

PostNL start een proef waarbij ze ook op zondag pakketten gaat afleveren bij consumenten. Dat wil de consument graag. De branche-organisatie van webwinkels liet direct een bezorgd bericht uitgaan over 'de keerzijde aan zondagbezorging'. Een week later kwam een rectificatie. De branche is nu weer wel blij met de zondagslevering. Een balletje kan vreemd rollen.

De Bovag-leden willen dat staatsecretaris Wiebes de accijnsverhoging terugdraait en pomphouders in de grensstreek compenseert. De horeca-ondernemers willen weer binnen kunnen roken.

 

Uber

De vervoerders willen minder beperkende regeltjes in de binnensteden. De taxi-branche wil dat Uber wordt aangepakt. Ik vraag me dan af welke leden aan de rem hangen. Voor je het weet wordt het een achterhoedegevecht, toch?

Als zo'n branche-organisatie lang bestaat, dan is er het risico dat een kleine groep conservatieve leden de toon gaat zetten. Elke vernieuwing wordt in de kiem gesmoord. De kans is dan groot dat dan concurrenten uit onverwachte hoek komen die wel inspelen op de innovatieve vragen van klanten.

De verenigde winkeliers vochten tegen de zondagsopenstelling en voor meer parkeerplaatsen voor de deur, maar misten de ontwikkeling van webwinkels en klanten die steeds vaker te voet en op de fiets komen. De transporteurs vochten voor meer asfalt, maar werden op de nieuwe snelwegen ingehaald door de Oost-Europese concurrenten. Bovag ziet niet de veranderende behoefte aan mobiliteit.
Hoeveel branche-organisatie blokkeren de papierloze data-uitwisseling met klanten en leveranciers, omdat het beter vissen is in troebel water? Amazon, Alibaba en Bol.com pakken nu hun klanten af.

Natuurlijk moet de politiek ondernemers stimuleren. Maar de boodschappen van de branche-organisaties zijn toch vooral aardig voor de kaasboer in het winkelcentrum, de kroegbaas op het dorsplein, de lokale aannemer, de pomphouder in de grensstreek en de eerlijke taxi-ondernemer. Ze helpen de Nederlandse economie daarmee niet vooruit.

 

Innovatie

Er is veel innovatie nodig in Nederland. Die innovatie komt niet vanzelf. Het 'not invented here'-syndroom gijzelt veel sectoren. Ondanks alle kennis, ervaring en inzichten lukt het ze niet om iets echt te vernieuwen, of juist vanwege die kennis en ervaring. Echte innovatie komt meestal van buiten de sector zelf. Maar binnen elke sector zijn er altijd weer ondernemers die een belang hebben bij de status quo.

Ik wens de bestuursleden van de branche-organisaties die deze dagen hun zegje over de kabinetsplannen doen veel wijsheid en succes toe. Er is lef en geduld nodig om samen met leden te werken aan een echt samenhangende visie op innovatie voor hun topsector die bijdraagt aan een betere Nederlandse economie.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>